Inwendig onderzoek van een gewricht: arthroscopie


De oorzaak van kreupelheid ligt dikwijls in het gewricht. Het meest toegepaste onderzoek van gewrichten is het röntgenonderzoek. Hiermee zijn de botdelen van het gewricht, en de opgetreden veranderingen, goed te onderzoeken.

Echter, het kraakbeen, de banden en pezen, en het gewrichtsslijmvlies (de binnenbekleding van het gewricht) zijn hiermee niet of nauwelijks in beeld te brengen. Arthroscopie is bij uitstek geschikt om al deze structuren te onderzoeken.
Bovendien zijn via arthroscopie veranderingen aan het gewricht al na een paar dagen te zien. Met röntgenonderzoek pas in een veel later stadium.

Vooral de knie, de schouder en de elleboog zijn arthroscopisch goed te onderzoeken.


Werkwijze:

Dit onderzoek wordt onder algehele anaesthesie uitgevoerd. Na een grondige desinfectie van de huid volgt het inspuiten van het gewricht met een steriele fysiologische oplossing zodat het gewricht wat opzwelt. Hierdoor is er meer ruimte om, via een kleine opening, een scoop en een afvoerbuisje voor de spoelvloeistof aan te brengen. Onder voortdurende doorstroming van het gewricht met een fysiologische ringeroplossing, ontstaat een duidelijk beeld van de inwendige structuren.

Door de sterke vergroting, de weergave op een medische monitor en de HD-camera, zijn zelfs de kleinste details herkenbaar. In vergelijking met de traditionele manier van onderzoek, namelijk het openen van het gewricht over enkele centimeters en de inspectie met het blote oog, maakt de arthroscopie slechts gebruik van twee gaatjes van enkele millimeters doorsnede. Aangezien het gewrichtskapsel veel pijnsensoren bevat, zal arthroscopie dan ook veel minder pijnlijk zijn en leiden tot een sneller herstel.

Indien nodig kunnen aansluitend, via een extra gaatje, operaties aan het gewricht worden uitgevoerd.